Door: Miriam Vriens
Veel te weinig handlers zijn zich bewust van het belang van het “leading leg” principe, terwijl dat zo bepalend is voor het lopen van een parcours. In dit artikel wordt uitgelegd wat het is, hoe het werkt en wat je ermee kunt.
Wat is het “leading leg” principe?
Als een hond galoppeert heeft hij altijd één van de voorpoten het verst naar voren gestoken. Dit is zijn “leading leg”. De essentie hiervan is dat de hond ALLEEN maar de kant van zijn leading leg op kan draaien. Dus als hij rent met een rechter leading leg, kan hij alleen naar rechts draaien. Om naar links te kunnen draaien MOET hij van leading leg wisselen (hij maakt een lead change).
Hetzelfde principe is bekend uit de paardensport; paarden galopperen in de linker- of rechtergalop. Als een paard in de rechtergalop zit kan hij alleen naar rechts draaien. Als hij naar links moet gaan, moet de ruiter het paard eerst een galopwissel laten maken. Het voordeel wat wij hebben is dat het voor honden veel makkelijker is om een lead change te maken. Zij kunnen dat zonder problemen in volle galop doen, en zelfs meerdere keren kort achter elkaar. Dat laatste waarderen veel honden trouwens niet echt, dus het is beter om dat niet al te vaak van ze te vragen.
Leading leg rechts
Leading leg links
Wat bepaalt de leading leg?
De volgende dingen bepalen welke leading leg de hond gebruikt:
1. De positie van de handler.
In principe is de poot aan de kant van de handler de leading leg. Dus als jij rechts van je hond bent, gebruikt de hond de rechter leading leg zodat hij op een natuurlijke manier jouw richting op kan draaien.
2. Handling
Door lichaamstaal en/of stem-/richtingscommando’s kun je de hond laten weten dat hij een lead change moet maken omdat er een richtingsverandering aankomt. Lichaamstaal is bijvoorbeeld op je hond indraaien/instappen, een wissel maken, je tegenhand gebruiken, etc. Dit is duidelijk iets wat getraind moet worden, je zult dus ook meestal zien dat een ervaren hond dit veel makkelijker doet dan een jonge onervaren hond.
3. Toestellen
Een kromme tunnel en de paaltjes zijn hiervan de beste voorbeelden. Als de tunnel naar links buigt, zal de hond zijn linker voorpoot als leading leg moeten gebruiken. Ook om de paaltjes goed in te steken zal de hond (afhankelijk van waar hij vandaan komt) de correcte leading leg moeten hebben.
4. Voorkeur van de hond
Net als bij mensen hebben ook honden een voorkeurskant. Het kan daarom zijn dat een hond het makkelijker vindt om een lead change naar rechts te maken dan naar links of andersom.
5. Ervaring
Een ervaren hond is beter in het maken van lead changes maar heeft daarnaast ook geleerd lijnen te herkennen. Zij zullen dus eerder zelf beslissen om een lead change te maken als ze denken dat ze die nodig hebben om een bepaalde lijn te kunnen lopen en ze van jou geen duidelijke aanwijzing hebben gekregen. Dat kan voordelig zijn, maar als het niet de lijn is die jij voor ogen had, dan wordt het lastig om dat nog te herstellen
Wat kan je ermee?
Het helpt al heel veel om te snappen wat het leading leg principe inhoudt. Het komt regelmatig voor dat een hond totaal onverwachts de verkeerde kant op draait. Weigeringen en latten tikken bij agility worden vaak veroorzaakt door de verkeerde leading leg. Als je het leading leg principe begrijpt, is dat opeens niet zo onverwacht meer, maar zelfs heel logisch en kun je er in je handling rekening mee houden.
Als de hond met de verkeerde leading leg rent, leidt dat bijna altijd tot de verkeerde kant opdraaien waardoor je in het beste geval een vallende lat, weigering of tijdverlies oploopt, maar vaak ook een diskwalificatie. Je kan dit voorkomen door tijdens het verkennen al te bedenken waar de hond met welke leading leg moet lopen om de bochten te kunnen draaien, en te bepalen waar hij dus een lead change moet maken. Als jij dat dan ook nog op tijd aangeeft in het parcours, zal je dat veel fouten schelen en is de hond een heel stuk gelukkiger. Te laat een lead change aangeven is echt nutteloos, de hond zal dan misschien nog wel zijn best doen, maar dan gaat het gewoon niet meer lukken en dat is dan weer frustrerend voor de hond.
Ga nou niet als je een parcours met je hond loopt proberen te kijken wat de leading leg van de hond is, dat is niet te doen. En mocht je het al kunnen zien, dan ben je toch te laat met het aangeven van een lead change mocht die nodig zijn. Het is wel nuttig om je trainings- en/of wedstrijdrondjes te filmen en die later in slow-motion terugkijken. Dan kun je het wel zien, en ervan leren.
Wat is belangrijk?
Dat je een lead change ruim op tijd aangeeft! Een hond heeft (afhankelijk van zijn grootte en de afstand tussen de toestellen) maar een paar passen om de lead change te kunnen maken. De hond moet vòòr de afzet voor het volgende toestel weten dat hij een lead change moet maken. Als jij te laat bent met het aangeven, dan kun je op je kop gaan staan, maar de hond kan dat dan niet meer op tijd voor elkaar krijgen, en dan is de andere kant opdraaien gewoon fysiek onmogelijk.
Parcoursontwerp
Niet alleen voor handlers is het leading leg principe essentieel, ook voor keurmeesters of trainers die parcoursen ontwerpen! Soms lijken de lijnen van het parcours wat je op papier hebt getekend heel logisch, totdat je gaat kijken waar de hond met welke leading leg moet lopen en waar/hoe vaak ze dus een lead change moeten maken. Als de hond op een korte afstand meerdere keren een lead change moet maken om het parcours goed te kunnen lopen moet je je afvragen of dat realistisch is, en of het voor de hond nog wel leuk is. Dus ook bij parcoursontwerp moet hier zeker rekening mee gehouden worden!
Voorbeelden
Een aantal voorbeelden van situaties in een parcours waarbij de leading leg bepalend is:
Voorbeeld 1:
In de eerste tekening rent de hond rechts-leidend door de tunnel, maar zal na de tunnel een lead change naar links-leidend moeten maken om sprong 3 en 4 te kunnen nemen. In de tweede tekening moet de hond voor sprong 2 rechts-leidend zijn om de bocht naar de tunnel te kunnen maken, maar voor de tunnel moet hij een lead-change maken omdat hij om de bocht van de tunnel te kunnen maken links-leidend moet zijn.
Voorbeeld 2:
Om bocht 1-2-3 te kunnen maken moet de hond rechts-leidend zijn, maar om tunnel 4 te kunnen nemen moet de hond een lead-change maken naar links. Voor tunnel 5 is vervolgens weer een lead-change naar rechts nodig.
De lead-change voor tunnel 4 is extra moeilijk door de muur ervoor, waardoor de hond pas kan zien wat er voor hem ligt als hij boven de muur hangt. Daarnaast ligt er dan nog de afleiding van tunnel 5 die hij niet mag nemen.
Als je tijdens het handlen voor de hond bent kun je lead-changes aangeven door wissels. Als je als handler in deze situatie start tussen toestel 1 en 3, maar je wisselt naar de andere kant van de muur, zal een getrainde hond begrijpen dat hij een lead-change moet maken. Als je echter achter de hond handelt ("klassiek"), dan zul je op andere manieren (bv door tegenhand of stemcommando's) aan moeten geven dat de hond een lead-change moet maken. In beide gevallen is de timing cruciaal, want als je te laat bent zal de hond geen tijd meer hebben om op tijd van leading leg te wisselen waardoor je het risico loopt op een weigering of een blokje van de muur.
Voorbeeld 3:
In deze situatie begint de hond rechts-leidend, maar zal voor de tunnel een lead change moeten maken om uit de tunnel naar links te kunnen buigen. Ook hier moet de handler dat weer ruim op tijd aangeven om te voorkomen dat de hond uit de tunnel de verkeerde kant op gaat, iets wat je op wedstrijden vaak ziet gebeuren. Dat kan door middel van een wissel of door stemcommando's/lichaamstaal.
Voorbeeld 4:
Dit voorbeeld laat zien hoe onbedoeld lead-changes worden veroorzaakt door slecht parcours-ontwerp/-bouw. Het lijkt op de tekening alsof de uitgang van de tunnel mooi op de kattenloop gericht ligt. In de praktijk is dat niet waar, zeker een grotere snelle hond zal uit de tunnel een meter doorschieten en moet dan corrigeren om de kattenloop op te gaan. Bij de correctie zal de hond een lead-change naar links maken waardoor de hond links-leidend op de kattenloop terecht komt. Voor honden met 2 on/2 off is dit niet zo'n probleem (behalve een nodeloze lead-change voor de kattenloop) want die gaan over het algemeen wat langzamer en hebben in hun stop aan het eind van de kattenloop nog wel tijd voor de benodigde lead-change. Maar honden met een running contact zullen ergens op of direct na de kattenloop een lead-change moeten maken om de bocht naar rechts naar sprong 3 te kunnen maken.
Het delen of overnemen van deze tekst voor andere publicaties is toegestaan met naamsvermelding van de auteur.